Ik herinner me de mevrouw die heel onrustig heen en weer loopt en altijd op zoek is. 'Waar is mijn baby, ze hebben mijn baby meegenomen.'
Of de mevrouw die me doordringend aankijkt als ze voor me staat en in haar eigen taal een erbarmelijk verhaal vertelt, ik voel dat ze iets van me verwacht maar ik heb geen idee wat dan.
Of de meneer die opeens verschrikkelijk boos kan worden, hij is zijn spraak verloren. Vaak zit hij maar wat stilletjes in een stoel voor zich uit te kijken. Totdat er muziek wordt gemaakt, dan danst hij alsof zijn leven er van afhangt.
Er is ook de mevrouw die volkomen in haar eigen wereld een boterhammetje eet. Stil. Alleen. Ze reageert niet als ik iets zeg. Maar als ik haar zachtjes over haar wang aai dan krijg ik de mooiste, de liefste glimlach terwijl ze me recht aan kijkt.
Er is ook de meneer die nauwelijks meer praat, hij probeert het soms wel maar het zijn haast dierlijke klanken. We zitten buiten, hij rookt een sigaretje en we hebben opeens een gesprek. Het gaat moeizaam maar ik begrijp dat hij huizen heeft gebouwd en dat hij trots is op zijn werk. Hij straalt als ik hem versta. Hij straalt eigenlijk altijd, ondanks dat hij zich zo moeilijk kan uitdrukken. Alleen als niemand kijkt dan heeft hij een trieste oogopslag en zit ver weg in zichzelf.
Dementie, Alzheimer; het is zo fascinerend en tegelijk zo triest.