Gisteren was het vrijwilligersdag.
Toevallig heb ik het ergens gelezen, maar ik besteed er niet veel aandacht aan . Ja leuk, denk ik waarschijnlijk, en ik ga verder met wat ik aan het doen ben.
's Avonds ligt er een brief in de bus van het tehuis waar ik tegenwoordig als vrijwilliger werk, als rolstoelwandelaar. Ik ben verbaasd want de postbode is 's middags al langsgeweest. Oh sorry buurtjes, ik zal het huisnummer laten corrigeren 😏. Wat leuk, er zit een hele aardige brief in, zeggende dat ze mij (en anderen uiteraard) als vrijwilliger erg waarderen, bij de brief zit een leuke attentie. Ik waardeer dit gebaar zeer.
donderdag 8 december 2016
7 December Vrijwilligersdag
dinsdag 6 december 2016
Koud maar zonnig
De laatste twee weken is het koud. Handschoenen aan op de fiets. Twijfel; doe ik een muts op? Twijfel; gaan we lopen met de oudjes? Jawel. Vorige week en vandaag zijn we gewoon gaan lopen. Warme jassen, handschoenen, petjes, dekentje over de benen. Heerlijk!
Ik hou ECHT NIET van kou, maar wat is het lekker om de mensen toch even mee naar buiten te nemen, als ze dat willen uiteraard. Twee lopers, drie rolstoelen vanochtend. We hebben genoten. Na afloop een warme kop koffie, even bijpraten met de vrijwilligers, en we kunnen er weer tegen voor een week...
Ik hou ECHT NIET van kou, maar wat is het lekker om de mensen toch even mee naar buiten te nemen, als ze dat willen uiteraard. Twee lopers, drie rolstoelen vanochtend. We hebben genoten. Na afloop een warme kop koffie, even bijpraten met de vrijwilligers, en we kunnen er weer tegen voor een week...
donderdag 10 november 2016
Overwegingen van een vrijwilliger
Het is even stil, het is -pas-op-de-plaats- in mij. Overwegingen; hoe wil ik verder? Wat vind ik belangrijk?
Een tijd geleden alweer ben ik in een nieuw (voor mij) tehuis begonnen als rolstoelwandelaar, en dat bevalt me heel goed. Het is een fijn tehuis, kleinschalig, specifieke doelgroep. Een leuke groep bewoners die meestal meegaat, en vooral de medewandel-vrijwilligers zijn prettig en de vrijwilligerscoördinatrice is zeer betrokken.
Daar gaat het toch niet om?
Jawel, dat is ook belangrijk. Ik wil als vrijwilliger goed worden behandeld... Prettig kunnen werken. Soms schiet dat er bij in. Deels begrijpelijk, de werkdruk in de zorg is heel hoog, en dan ook nog rekening houden met vrijwilligers, poe hee. Maar toch! Als vrijwilliger lever ik liefde-werk, werk van het hart. Er staat geen financiële waardering tegenover.
Wat mijn motivatie is? Deels ben ik vrijwilliger omdat het zo nodig is, zoveel mensen kunnen een klein beetje extra aandacht heel goed gebruiken. En deels is het voor mijzelf. Ik wil er blij van worden, nou ja, blij, ik wil er voldoening uit halen. Is dat erg, dat eigenbelang meetelt? Ik denk het niet.
Toch vind ik het een moeilijke beslissing: er is een vrouw die heel hard bezoek nodig heeft, maar ik ga het liefst naar iemand die verder geen bezoek heeft en deze vrouw heeft al een aantal keer in de week bezoek. Hoe zwaar weegt mijn eigen wens/ criterium: weinig of geen ander bezoek? Zwaar, merk ik na serieus overwegen. Er zijn veel mensen die niet of nooit bezoek krijgen, alleen niet in dit huis, waar ik mij nu aan heb verbonden. Een huis waar ik graag kom. Ik heb nee gezegd.
Terwijl dit dilemma voor mij speelt, maak ik kennis met de Tovertafel Wow, dat is geweldig. De tafel trekt mijn aandacht en ik tip zelfs iemand uit een van de twee huizen waar ik aan verbonden ben. Het lijkt me een geweldig idee om rond de op handen zijnde verbouwing zo'n tovertafel aan te schaffen, zeker met het oog op de steeds groter wordende groep mensen met dementie. Ik hoor niets terug, drukdrukdruk, ik weet het.
Opeens besluit ik verder te kijken. Misschien kan ik als vrijwilliger ergens in de buurt met deze Tovertafel werken...
Wordt vervolgd
dinsdag 25 oktober 2016
Zingen voor contact
Vandaag volgde ik een erg leuke workshop over zingen voor mensen met dementie, of beter gezegd zingen mét mensen met dementie, natuurlijk.
Ik heb het me niet zo gerealiseerd maar eigenlijk gebruik ik het zingen, al is het zonder woorden, ook al. Tijdens het rolstoelwandelen heb je niet zo veel contact met degene die je voortduwt. De meneer waar ik meestal mee loop, beweegt zijn rechterhand vaak alsof hij de maat slaat, of misschien een lied in zijn hoofd heeft. Ik loop meestal achteraan de rij, want onderweg zie ik van alles of ik wijs op een vogel of zie een kat etc. Kortom, ik loop langzamer dan de rest. Zodoende durf ik hardop, maar zeker niet hard, te zingen. Zonder woorden maar het is ook geen neuriën. Gewoon; zingen zonder woorden. Dan zie ik meneer even zijn hand stil houden alsof hij mij hoort en hij past zijn ritme aan aan mijn lied. Ik ben ontroerd... we hebben contact. Mooi.
Ik heb het me niet zo gerealiseerd maar eigenlijk gebruik ik het zingen, al is het zonder woorden, ook al. Tijdens het rolstoelwandelen heb je niet zo veel contact met degene die je voortduwt. De meneer waar ik meestal mee loop, beweegt zijn rechterhand vaak alsof hij de maat slaat, of misschien een lied in zijn hoofd heeft. Ik loop meestal achteraan de rij, want onderweg zie ik van alles of ik wijs op een vogel of zie een kat etc. Kortom, ik loop langzamer dan de rest. Zodoende durf ik hardop, maar zeker niet hard, te zingen. Zonder woorden maar het is ook geen neuriën. Gewoon; zingen zonder woorden. Dan zie ik meneer even zijn hand stil houden alsof hij mij hoort en hij past zijn ritme aan aan mijn lied. Ik ben ontroerd... we hebben contact. Mooi.
donderdag 13 oktober 2016
Een uurtje per week
Het is alweer even geleden dat ik hier een stukje plaatste, het is ook alweer even geleden dat ik één op één ontmoetingen had met een oudere met dementie. Zoals eerder gezegd heb ik een pauze nodig want het zijn intensieve contacten. Het ligt eraan hoe diep je in deze ontmoetingen gaat en ik ga vrij diep. En ik moest vaak afscheid nemen, de leeftijden van de dames waar ik kwam ligt hoog, meest boven de tachtig. En toch...
Deze tekst is niet van mij maar ik plaats de link omdat het een situatie is die je regelmatig mee kunt maken, en je ziet hoe een beetje aandacht verschil kan maken.
Ik zou graag willen dat de stukjes die ik schrijf iemand op het idee brengen om ook tijd vrij te houden/ maken om een oudere in een tehuis op te zoeken, een uurtje per week is al genoeg. Zoals ik hiernaast al zeg- de woorden zijn een beetje verdraaid gepubliceerd- ; Honden worden iedere dag uitgelaten en veel ouderen komen maar één in de week of nog minder buiten.
Ik zou het niet willen verplichten. Hiernaast wordt gesproken over een zorgplicht, maar dat is niet mijn idee. Het is belangrijk dat je iets met je hart doet. Ik moet er niet aan denken dat mensen uit verplichting ouderen bezoeken, maar ik zou geweldig vinden wanneer meer mensen iemand die te veel alleen is een bezoekje willen brengen, mee uit wandelen nemen, een spelletje schaak doen, de krant voorlezen, of wat je maar kunt bedenken.
Ik begin dit stukje met aan te geven dat het ook zwaar kan zijn omdat je misschien snel weer afscheid moet nemen, maar ik persoonlijk vind het prachtig om te doen. Het gevoel dat je toch even een verschil maakt in iemands laatste dagen, maanden. Ik vind het bijzonder om te zien hoe mooi mensen zijn wanneer ze weer extra aandacht krijgen...
Deze tekst is niet van mij maar ik plaats de link omdat het een situatie is die je regelmatig mee kunt maken, en je ziet hoe een beetje aandacht verschil kan maken.
Ik zou graag willen dat de stukjes die ik schrijf iemand op het idee brengen om ook tijd vrij te houden/ maken om een oudere in een tehuis op te zoeken, een uurtje per week is al genoeg. Zoals ik hiernaast al zeg- de woorden zijn een beetje verdraaid gepubliceerd- ; Honden worden iedere dag uitgelaten en veel ouderen komen maar één in de week of nog minder buiten.
Ik zou het niet willen verplichten. Hiernaast wordt gesproken over een zorgplicht, maar dat is niet mijn idee. Het is belangrijk dat je iets met je hart doet. Ik moet er niet aan denken dat mensen uit verplichting ouderen bezoeken, maar ik zou geweldig vinden wanneer meer mensen iemand die te veel alleen is een bezoekje willen brengen, mee uit wandelen nemen, een spelletje schaak doen, de krant voorlezen, of wat je maar kunt bedenken.
Ik begin dit stukje met aan te geven dat het ook zwaar kan zijn omdat je misschien snel weer afscheid moet nemen, maar ik persoonlijk vind het prachtig om te doen. Het gevoel dat je toch even een verschil maakt in iemands laatste dagen, maanden. Ik vind het bijzonder om te zien hoe mooi mensen zijn wanneer ze weer extra aandacht krijgen...
dinsdag 6 september 2016
Nieuwbouw Rosa Spier Huis
Het Rosa Spier Huis wordt verbouwd. De plannen worden steeds echter en komen steeds dichterbij.Deze maand zijn er verschillende informatie bijeenkomsten waarin wordt getoond hoe de nieuwbouw er uit gaat zien. Voor wie interesse heeft: 27 september a.s. om 19.00 uur is er nog een info-avond. Ik ben zelf maandagmiddag geweest op de bijeenkomst voor medewerkers en vrijwilligers.
Nou vind ik het so wie so leuk om bouwtekeningen te bekijken, maar ik ben ook heel benieuwd hoe het nieuwe Rosa Spier Huis gaat worden. Ik loop er nu zo'n jaar ongeveer rond en er hangt een speciale sfeer, een sfeer die haast niet uit te leggen is en die heel anders is dan in andere huizen waar ik in de loop der jaren ben geweest. Dat is meteen mijn twijfel bij nieuwbouw; sfeer wordt bepaald door de ruimte tússen de muren.
Ik heb te maken met de meerzorg, en dat is de grootste reden dat er nieuwbouw nodig is. De meerzorg is een afdeling die steeds groter zal worden en die speciale eisen stelt. Dus ik snap het, die nieuwbouw.
Eerlijk is eerlijk, het ziet er veelbelovend uit, het nieuwe plan. De woningen worden ruimer en het aantal wordt uitgebreid. Het culturele centrum wordt groter en richt zich ook op mensen van buiten. Als alles gaat zoals de bedoeling is dan zal in 2018 ht nieuwe gebouw een feit zijn en in gebruik worden genomen. Mooi.
Maar... hoe lang zal het duren voordat de ruimte tussen de muren haar eigen sfeer krijgt? Het zal altijd anders zijn, maar hopelijk komt er toch iets van de specifieke Rosa Spier Huis sfeer terug.
Nou vind ik het so wie so leuk om bouwtekeningen te bekijken, maar ik ben ook heel benieuwd hoe het nieuwe Rosa Spier Huis gaat worden. Ik loop er nu zo'n jaar ongeveer rond en er hangt een speciale sfeer, een sfeer die haast niet uit te leggen is en die heel anders is dan in andere huizen waar ik in de loop der jaren ben geweest. Dat is meteen mijn twijfel bij nieuwbouw; sfeer wordt bepaald door de ruimte tússen de muren.
Ik heb te maken met de meerzorg, en dat is de grootste reden dat er nieuwbouw nodig is. De meerzorg is een afdeling die steeds groter zal worden en die speciale eisen stelt. Dus ik snap het, die nieuwbouw.
Eerlijk is eerlijk, het ziet er veelbelovend uit, het nieuwe plan. De woningen worden ruimer en het aantal wordt uitgebreid. Het culturele centrum wordt groter en richt zich ook op mensen van buiten. Als alles gaat zoals de bedoeling is dan zal in 2018 ht nieuwe gebouw een feit zijn en in gebruik worden genomen. Mooi.
Maar... hoe lang zal het duren voordat de ruimte tussen de muren haar eigen sfeer krijgt? Het zal altijd anders zijn, maar hopelijk komt er toch iets van de specifieke Rosa Spier Huis sfeer terug.
dinsdag 30 augustus 2016
Even pauze en een nieuwe start
Mijn hart en ziel ligt in het contact met onze demente medemens. Echt waar. Maar toch...
Vooral de één op één contacten zijn erg zwaar soms, heel waardevol maar ze vragen heel veel focus en energie.
En het is even op. Het valt me van mezelf tegen maar de laatste weken zie ik er steeds meer tegenop om langs te gaan. In korte tijd is dit de derde dame die ik bezoek. En ik ben moe. Kan het even niet opbrengen om opnieuw te finetunen, om dat stukje ziel aan te raken waardoor je ze weer even hun oude zelf laat zien. Iedereen is anders en ieder contact is anders, vraagt een andere energie. Het is meer werken met energie als ik het zo kan noemen dan met iets anders. 'Bronwerk'. Werken op zielsniveau. Héél intensief, en daarom heb ik een pauze ingelast. Ik weet zeker dat ik de draad weer oppak binnenkort, maar nu even niet. Sorry.
Tegelijk ben ik opnieuw begonnen. Met rolstoelwandelen. Ik vind dat heel leuk, bovendien is het gratis fitness voor mij (!). Hier in het dorp vanuit een kleinschalig tehuis. Dat vind ik toch geloof ik het allerleukste; kleinschalige tehuizen met een specifieke doelgroep. Ik heb nu een keer of drie meegelopen en ik geniet. Volop.
Het contact is iets minder intensief doordat je met een groep bent, je verdeelt de aandacht, zowel tussen de mensen in de rolstoelen als met de collega's. Het is een leuke groep collega's, dat is ook nooit weg.
Ik scheef al eerder over mijn nieuwe vriend; de man met de hoed. Hij vertelt nog steeds honderduit en loopt vaak met me op, terwijl ik een rolstoel duw. Vandaag liepen we door een mooi park, heerlijk in de zon, en ik wilde een foto maken. We zouden snel achterop komen wanneer ik stil sta om een foto te maken, dus vroeg ik mijn vriend of hij foto's wilde maken. En dat wilde hij. Bij dit stukje staan twee van de foto's die hij nam. Ik vind het leuk om te zien dat als je iemand uitdaagt om iets te doen waarvan je al gauw denkt dat hij dat niet kan, foto's maken in dit geval, dat je dan verrast wordt. Zo zie je maar.
Op de rechterfoto heb ik eerst het gezicht van meneer in de stoel geblurred/ aangepast om hem onherkenbaar te maken. Na overleg heb ik toch meneer en mijzelf verwijderd van de foto, je ziet nu alleen de schaduw van de rolstoel. Met het oog op privacy vind ik dat ik dit moet doen. Waarom ik de foto wél plaats is om te laten zien dat mijn nieuwe vriend heel goede foto's maakt.
Oh ja, ik nam voor mijn nieuwe vriend een cadeautje mee. Eerst vroeg ik aan een medewerkster of het goed is dat ik een cadeautje geef, je weet maar nooit natuurlijk. Hij vond het heel leuk en ik kreeg zowaar een dikke kus van hem. Hij weet waarschijnlijk straks niet meer dat hij een cadeautje kreeg maar volgens mij weet hij nou wel mijn naam. Ook leuk.
Vooral de één op één contacten zijn erg zwaar soms, heel waardevol maar ze vragen heel veel focus en energie.
En het is even op. Het valt me van mezelf tegen maar de laatste weken zie ik er steeds meer tegenop om langs te gaan. In korte tijd is dit de derde dame die ik bezoek. En ik ben moe. Kan het even niet opbrengen om opnieuw te finetunen, om dat stukje ziel aan te raken waardoor je ze weer even hun oude zelf laat zien. Iedereen is anders en ieder contact is anders, vraagt een andere energie. Het is meer werken met energie als ik het zo kan noemen dan met iets anders. 'Bronwerk'. Werken op zielsniveau. Héél intensief, en daarom heb ik een pauze ingelast. Ik weet zeker dat ik de draad weer oppak binnenkort, maar nu even niet. Sorry.
Tegelijk ben ik opnieuw begonnen. Met rolstoelwandelen. Ik vind dat heel leuk, bovendien is het gratis fitness voor mij (!). Hier in het dorp vanuit een kleinschalig tehuis. Dat vind ik toch geloof ik het allerleukste; kleinschalige tehuizen met een specifieke doelgroep. Ik heb nu een keer of drie meegelopen en ik geniet. Volop.
Het contact is iets minder intensief doordat je met een groep bent, je verdeelt de aandacht, zowel tussen de mensen in de rolstoelen als met de collega's. Het is een leuke groep collega's, dat is ook nooit weg.
Ik scheef al eerder over mijn nieuwe vriend; de man met de hoed. Hij vertelt nog steeds honderduit en loopt vaak met me op, terwijl ik een rolstoel duw. Vandaag liepen we door een mooi park, heerlijk in de zon, en ik wilde een foto maken. We zouden snel achterop komen wanneer ik stil sta om een foto te maken, dus vroeg ik mijn vriend of hij foto's wilde maken. En dat wilde hij. Bij dit stukje staan twee van de foto's die hij nam. Ik vind het leuk om te zien dat als je iemand uitdaagt om iets te doen waarvan je al gauw denkt dat hij dat niet kan, foto's maken in dit geval, dat je dan verrast wordt. Zo zie je maar.
Op de rechterfoto heb ik eerst het gezicht van meneer in de stoel geblurred/ aangepast om hem onherkenbaar te maken. Na overleg heb ik toch meneer en mijzelf verwijderd van de foto, je ziet nu alleen de schaduw van de rolstoel. Met het oog op privacy vind ik dat ik dit moet doen. Waarom ik de foto wél plaats is om te laten zien dat mijn nieuwe vriend heel goede foto's maakt.
Oh ja, ik nam voor mijn nieuwe vriend een cadeautje mee. Eerst vroeg ik aan een medewerkster of het goed is dat ik een cadeautje geef, je weet maar nooit natuurlijk. Hij vond het heel leuk en ik kreeg zowaar een dikke kus van hem. Hij weet waarschijnlijk straks niet meer dat hij een cadeautje kreeg maar volgens mij weet hij nou wel mijn naam. Ook leuk.
Labels:
Alzheimer,
Dementie,
Patria,
Rosa Spier Huis
dinsdag 16 augustus 2016
Wat een weer
Voor een blokje om...
Het duurde even voordat iedereen beneden was, en later ook weer boven, omdat maar een van de liften het deed, maar we hebben genóten! Rolstoelwandelen op de dinsdagochtend.
Het duurde even voordat iedereen beneden was, en later ook weer boven, omdat maar een van de liften het deed, maar we hebben genóten! Rolstoelwandelen op de dinsdagochtend.
maandag 15 augustus 2016
Een nieuw Rosa Spier Huis
donderdag 4 augustus 2016
Zomaar een bezoekje
Jeetje, wat is het toch apart, zo'n ochtend op bezoek.
Wanneer ik aankom zit mevrouw voor de televisie. Helemaal erin gezogen. Ik weet niet wat ik zal doen. Gelukkig is een van de medewerkers er en hij loopt met me mee. Terwijl
hij een kopje koffie voor haar neerzet draait hij de rolstoel om en in één
gebaar zet hij de tv uit. Wat slim, denk ik.
Daarna gaat het vanzelf.
Ze vraagt of ik alleen ben en ik zeg dat ik getrouwd ben en twee grote kinderen heb. Ze vertelt dat ze verschillende miskramen heeft gehad.
'We hebben het wel geprobeerd maar
het ging steeds mis, maar daar wen je wel aan.'
Ik vertelde haar dat ik ook vier miskramen heb gehad. Nou, dat vind ze wel
heftig. Ik ook trouwens, wanneer ik het mezelf hoor zeggen. Ik vraag of zij getrouwd is.
‘Ja,’ zegt ze,’of eigenlijk ben ik weduwe. Van Dirk B.’
Ze lacht.
‘Echt een Hollandse naam hè.’
We lachen allebei. Ik vertel haar de naam van mijn man: Ebrima B.
‘Niet zo Hollands hè.’
Ik leg uit dat hij uit Afrika komt.
Ze kijkt naar een foto van mijn oudste zoon en ze moet lachen. Ze plukt aan haar wang en boven op haar hoofd.
‘Hij heeft overal haar en hij lacht
niet.’
Een beetje
stout zegt ze:
‘Hij lijkt wel een boef.’
Natuurlijk
neem ik het als moeder voor hem op en vertel dat hij juist helemaal geen boef
is en dat hij onderzoek doet naar hoe muziek mensen kan genezen. Ze reageert
verbazend helder.
‘Daar kan ik me wel wat bij
voorstellen. Muziek is heel goed voor je.’
We hebben
het nog even over geluidsgolven en cellen van mensen en dat vind ze heel
interessant.
‘Ja, daar zijn ze de laatste tijd wel
meer mee bezig.’
Daarna draai ik
stukjes van De Jantjes, Het meisje met de blauwe hoed etc. op een meegenomen DVD-spelertje. Ze
geniet, ze zingt mee en ze klapt in haar handen.
‘Zingen is wel moeilijk,’ zegt ze.
‘Ach, eigenlijk alleen als je probeert om mooi te
zingen.’
Ze kijkt
me aan en beaamt wat ik zeg. Daarna zegt ze dat zingen, net als tekenen uit je hart moet komen en dat het
dan altijd goed is. Ik sta
opnieuw versteld van haar helderheid op dit moment.
‘Ik heb goed kunnen ontspannen,’ zegt
ze tenslotte tevreden.
We gaan liefdevol uit elkaar.
Tot volgende
week.
dinsdag 2 augustus 2016
Nieuwe vriend
Dit moet ik even kwijt: Ik heb een nieuwe vriend!
Ik weet niet of hij het weet, ik denk het eigenlijk niet. Ik heb hem vanochtend voor het eerst ontmoet en ik ben meteen voor hem gevallen.
'Lissabon. Spanje. Mevrouw, ik ben in Spanje geweest. Vancouver. Toronto.'
Even stil...
'Jumbo. Lidl. Albert Heijn.'
Even stil...
'Oh, en Deen.'
Stralende lach.
'En Nettorama.'
'Ik heb in Leeuwarden gewoond.'
'Ik heb een zwarte poes gehad. Ik heb een zwarte poes gehad.'
'Ik heb een BMW gehad.'
Nog zo veel meer zei hij. Hij is een wandelende encyclopedie. Zonder begin of einde. Zoveel kennis in één hoofd, en zo veel vriendelijkheid en enthousiasme in één mens. Hij zwaaide al voordat hij me kende. Ik word blij van hem.
Ik weet niet of hij het weet, ik denk het eigenlijk niet. Ik heb hem vanochtend voor het eerst ontmoet en ik ben meteen voor hem gevallen.
'Lissabon. Spanje. Mevrouw, ik ben in Spanje geweest. Vancouver. Toronto.'
Even stil...
'Jumbo. Lidl. Albert Heijn.'
Even stil...
'Oh, en Deen.'
Stralende lach.
'En Nettorama.'
'Ik heb in Leeuwarden gewoond.'
'Ik heb een zwarte poes gehad. Ik heb een zwarte poes gehad.'
'Ik heb een BMW gehad.'
Nog zo veel meer zei hij. Hij is een wandelende encyclopedie. Zonder begin of einde. Zoveel kennis in één hoofd, en zo veel vriendelijkheid en enthousiasme in één mens. Hij zwaaide al voordat hij me kende. Ik word blij van hem.
donderdag 21 juli 2016
Niet altijd feest
Een boterham met jam, gesneden in kleine hapklare brokjes; een beker drinken en een slabbetje.
'Nieuwe tijden' op de televisie.
'Ik weet ook niet waarom, dat hebben ze voor me neergezet.'
Ik stel voor om even naar buiten te gaan; eerst ja dan nee. Wat zal ik doen? Oh, ze slaapt. Ik ga maar. Oh, ze is weer wakker.
Ik stel nogmaals voor om naar het terras te gaan en ze kijkt me niet begrijpend aan.
De televisie doe ik uit, en haar bord en beker plaats ik op het aanrecht. Ondertussen leg ik uit dat we even naar buiten gaan omdat de zon zo lekker schijnt.
'De zon schijnt.'
Herhaalt ze, ondertussen kijkt ze bedenkelijk wat ik doe.
'Ik zal uw slab maar afdoen als we naar buiten gaan?'
'Waarom? Heeft u er soms last van dat ik hem om heb!'
Okee, gaan we zo beginnen, denk ik even geïrriteerd. Het klinkt niet erg vriendelijk, maar ik snap het wel, als alles maar gedaan wordt voor en met je en je hebt geen enkele zeggenschap of invloed meer.
'Ik snap het niet,' klinkt het wat onzeker nu.
'Wat snapt u niet?'
'Nou, wat u komt doen en wie u bent.'
'Ik ben Saskia,' zeg ik opnieuw, 'en ik kom bij u op visite.'
Ze kijkt me aan zonder een reactie, haar ogen vallen af en toe dicht, maar kijken meestal richting de televisie.
'U heeft denk ik niet veel zin in visite vandaag.'
'Oh.'
'Daarom ga ik nu weg, dan kunt u rustig televisie kijken.'
'Ja, dat lijkt me beter.'
Haar ogen vallen weer dicht nog voordat ik het kleine kamertje uit ben.
Er zijn van die dagen dat ik eigenlijk niet wil gaan, alsof iets me tegenhoudt.
* Ruim een jaar geleden.
Ik ga toch en dan blijkt mevrouw de dag ervoor te zijn overleden.
* Drie weken geleden.
Ik ga toch en dan blijkt de kamer leeg bij aankomst; mevrouw ligt in het ziekenhuis.
* Vandaag.
Ik ga toch en ze zit in een bubbel; in een laat-me-met-rust-bubbel.
Tsja...
'Nieuwe tijden' op de televisie.
'Ik weet ook niet waarom, dat hebben ze voor me neergezet.'
Ik stel voor om even naar buiten te gaan; eerst ja dan nee. Wat zal ik doen? Oh, ze slaapt. Ik ga maar. Oh, ze is weer wakker.
Ik stel nogmaals voor om naar het terras te gaan en ze kijkt me niet begrijpend aan.
De televisie doe ik uit, en haar bord en beker plaats ik op het aanrecht. Ondertussen leg ik uit dat we even naar buiten gaan omdat de zon zo lekker schijnt.
'De zon schijnt.'
Herhaalt ze, ondertussen kijkt ze bedenkelijk wat ik doe.
'Ik zal uw slab maar afdoen als we naar buiten gaan?'
'Waarom? Heeft u er soms last van dat ik hem om heb!'
Okee, gaan we zo beginnen, denk ik even geïrriteerd. Het klinkt niet erg vriendelijk, maar ik snap het wel, als alles maar gedaan wordt voor en met je en je hebt geen enkele zeggenschap of invloed meer.
'Ik snap het niet,' klinkt het wat onzeker nu.
'Wat snapt u niet?'
'Nou, wat u komt doen en wie u bent.'
'Ik ben Saskia,' zeg ik opnieuw, 'en ik kom bij u op visite.'
Ze kijkt me aan zonder een reactie, haar ogen vallen af en toe dicht, maar kijken meestal richting de televisie.
'U heeft denk ik niet veel zin in visite vandaag.'
'Oh.'
'Daarom ga ik nu weg, dan kunt u rustig televisie kijken.'
'Ja, dat lijkt me beter.'
Haar ogen vallen weer dicht nog voordat ik het kleine kamertje uit ben.
Er zijn van die dagen dat ik eigenlijk niet wil gaan, alsof iets me tegenhoudt.
* Ruim een jaar geleden.
Ik ga toch en dan blijkt mevrouw de dag ervoor te zijn overleden.
* Drie weken geleden.
Ik ga toch en dan blijkt de kamer leeg bij aankomst; mevrouw ligt in het ziekenhuis.
* Vandaag.
Ik ga toch en ze zit in een bubbel; in een laat-me-met-rust-bubbel.
Tsja...
donderdag 14 juli 2016
Zo'n omhoogstaand ding
Ja hoor, het is weer zo ver. Vanochtend was ik op visite bij mevrouw B.
Vandaag heb ik haar apart voorgelezen, op haar eigen kamer. Nadat het vorige week zo'n succes bleek, heb ik vandaag nog een keer 'Humble Fluisteringen', tekeningen en quotes meegenomen en het boekje 'Meneer Humble, verhalen en tekeningen.'
Eerst bladeren we samen door 'Fluisteringen'. Sommige tekeningen vindt ze wel erg simpel en sommige quotes vindt ze veel te filosofisch. Opmerkelijk is dat iedere keer dat ze door het boekje bladert de tekeningen volkomen nieuw voor haar zijn en haar reacties dientengevolge ook steeds verschillend. Er is echter één ding waar ze niet bij kan.
'Is het nou een mannetje of een vrouwtje? Ik kan het niet zien hoor.'
'Dat maakt toch eigenlijk niets uit.'
'Nou, hij moet zo'n omhoogstaand ding hebben. Dat vinden ze wel erg fijn hoor.'
'Uh...?'
'Ja, dat vinden ze aangenaam. En als je nader bij elkaar komt dan kun je daar mee spelen. Nou ja het hoeft niet hoor, maar dat vindt zo'n man wel aangenaam.'
Ze is een tijdje stil en lijkt terug in de tijd te gaan.
'Ja, dat hoort er wel bij hoor.'
Ik leg uit dat het verhalen en tekeningen voor kinderen zijn.
'Nou dat maakt toch niet uit, zo'n omhoogstaand ding is toch heel normaal.'
'Ja, dat is waar, maar toch...'
We moeten er allebei om lachen.
Het plaatje links is niet duidelijk voor haar:
'Ja, ik zie dat ze knuffelen, misschien doen ze ook nog iets anders, maar dat kan ik niet goed zien. Wat een stom plaatje, ik zie niet eens wat ze verder nog doen.'
Aan het eind als ik weg ga, sta ik op en geef haar een hand.
'Vind je het erg als ik blijf zitten?'
Ze zit in een grote zware rolstoel en kan daar echt niet zelf uitkomen. Zo aandoenlijk, ze heeft er (even)
geen erg in.
Kijk, hij heeft handtasjes bij zich. |
Eerst bladeren we samen door 'Fluisteringen'. Sommige tekeningen vindt ze wel erg simpel en sommige quotes vindt ze veel te filosofisch. Opmerkelijk is dat iedere keer dat ze door het boekje bladert de tekeningen volkomen nieuw voor haar zijn en haar reacties dientengevolge ook steeds verschillend. Er is echter één ding waar ze niet bij kan.
'Is het nou een mannetje of een vrouwtje? Ik kan het niet zien hoor.'
'Dat maakt toch eigenlijk niets uit.'
'Nou, hij moet zo'n omhoogstaand ding hebben. Dat vinden ze wel erg fijn hoor.'
'Uh...?'
'Ja, dat vinden ze aangenaam. En als je nader bij elkaar komt dan kun je daar mee spelen. Nou ja het hoeft niet hoor, maar dat vindt zo'n man wel aangenaam.'
Ze is een tijdje stil en lijkt terug in de tijd te gaan.
'Ja, dat hoort er wel bij hoor.'
Ik leg uit dat het verhalen en tekeningen voor kinderen zijn.
'Nou dat maakt toch niet uit, zo'n omhoogstaand ding is toch heel normaal.'
'Ja, dat is waar, maar toch...'
We moeten er allebei om lachen.
Het plaatje links is niet duidelijk voor haar:
'Ja, ik zie dat ze knuffelen, misschien doen ze ook nog iets anders, maar dat kan ik niet goed zien. Wat een stom plaatje, ik zie niet eens wat ze verder nog doen.'
Aan het eind als ik weg ga, sta ik op en geef haar een hand.
'Vind je het erg als ik blijf zitten?'
Ze zit in een grote zware rolstoel en kan daar echt niet zelf uitkomen. Zo aandoenlijk, ze heeft er (even)
geen erg in.
vrijdag 8 juli 2016
Nog een impressie
Uit mijn wekelijkse bezoekje:
Boven gekomen is mevrouw B niet op
haar kamer, maar na zoeken vind ik haar aan het eind van de gang, samen met drie
andere dames.
Ik
vraag aan mevrouw B of ze naar haar kamer wil of dat ze hier wil
blijven zitten. Ze wil hier wel blijven en dus ga ik er maar bij zitten.
Ik lees voor uit Een visje bij de thee van Annie M. G. Schmidt, en later
uit
Fluisteringen, het Humble- quotesboekje.
Het is erg leuk om deze quotes voor te
lezen, de tekeningen te laten zien, en voor zover mogelijk even door te praten
over de betekenis van de quotes. We hebben het bijvoorbeeld over de quote:
'Liefde is sterker dan de dood.'
‘Ik denk dat het wel klopt; dat als
iemand doodgaat waar je heel veel van hebt gehouden dat je daar nog na hun dood
van blijft houden. Wat denken jullie?’
Ja, dat denken
ze eigenlijk ook wel.
‘En
misschien houden zij ook nog wel van ons als ze al dood zijn? Wat denkt u? Is
dat mogelijk?’
De een
denkt na, de ander heeft de ogen gesloten; het zal haar worst wezen waarschijnlijk.
Eén mevrouw zegt;
‘Dan zie je zijn gezicht enzo.’
Ik beaam
dat en zeg:
‘Ja, en je weet vooral nog het gevoel
dat iemand je gaf.’
Er is één
mevrouw bij en die is ongelooflijk
dankbaar voor deze ochtend. Ze houdt van Humble en ze houdt van mij. Ze vindt
het knap dat iemand zo kan schrijven en tekenen, en dan leg ik uit dat ik het
heb gemaakt. Dat vindt ze geweldig, ze vindt het een eer dat ik het zelf aan ze
kom voorlezen. Toevallig heb ik net wat Humble boekenleggers bij me die ik heb
laten maken voor de lezing die ik eind augustus over Humble ga geven. Op de
boekenlegger staat de quote:
‘Geïnspireerd worden is mooi, maar
het is nog mooier om zelf te inspireren.’
Ik deel de
boekenleggers uit als cadeautje en ze zijn er, eigenlijk tot mijn verbazing,
heel blij mee.
De grote
fan- mevrouw bedankt me dat ze na deze ochtend rijker is dan toen ze kwam. Dat
ze heeft mogen nadenken en genieten over het leven etc.
Haar
reactie ontroert me.
‘Kan ik zo’n boekje kopen?’
‘Helaas, ik verkoop ze niet.’
‘Nou dan gééf je hem toch!’ zegt ze
bijdehand.
Later sta
ik met mijn jas al bij de deur om weg te gaan, de dames moeten zo eten, en dan
hoor ik met een heel zacht stemmetje de vrouw die het over het gezicht van haar
geliefde had zeggen:
‘Ik wil naar God toe, ik wil Gerard
zien.’...
En ik
denk: Oh mijn God, wat doe ik met haar.
donderdag 7 juli 2016
Ontroerend veldboeket
Het is heerlijk weer en onderweg van de bus naar het tehuis pluk ik een fraai, al zeg ik het zelf, veldboeketje bij elkaar. Het is even geleden dat ik mevrouw B heb gezien. Vorige week kon ik niet en de week daarvoor lag ze in het ziekenhuis en heb ik alleen een blik op een slapende mevrouw B kunnen gooien.
Wanneer ik binnenkom meld ik me altijd even bij de receptie. Terwijl ik daar sta te wachten komt een van de andere bewoonsters langs me gereden in haar rolstoel. Ze begint te stralen bij het zien van het veldboeket. Ik wil het haar van dichterbij laten zien en ontroerd neemt ze het van me aan:
"Voor mij, echt waar. Oh wat mooi."
Uh...
Haar begeleidster wil zeggen dat dat niet de bedoeling is, maar ik maak een gebaar; Laat maar.
Dat is toch een goede bestemming zo, en bovendien weet mevrouw B van niets, dus er wordt niemand tekort gedaan.
Wanneer ik binnenkom meld ik me altijd even bij de receptie. Terwijl ik daar sta te wachten komt een van de andere bewoonsters langs me gereden in haar rolstoel. Ze begint te stralen bij het zien van het veldboeket. Ik wil het haar van dichterbij laten zien en ontroerd neemt ze het van me aan:
"Voor mij, echt waar. Oh wat mooi."
Uh...
Haar begeleidster wil zeggen dat dat niet de bedoeling is, maar ik maak een gebaar; Laat maar.
Dat is toch een goede bestemming zo, en bovendien weet mevrouw B van niets, dus er wordt niemand tekort gedaan.
origineel 23 juni 2016
Wat een ochtend
Maar goed, slechts iets later dan anders sta ik toch op een gegeven moment voor haar deur. De deur is dicht, wat is dat nou. Blijkt mevrouw al twee dagen in het ziekenhuis te liggen. Had nou even gebeld, is mijn eerste reactie. Meteen daarna ben ik bezorgd. Ach gossie, wat heeft ze en hoe gaat het verder op die leeftijd. Ik vraag in welk ziekenhuis ze ligt, en dat blijkt op de weg naar huis te liggen. Omdat de bus terug toch maar één keer in het uur rijdt, ga ik een poging wagen om haar daar even te bezoeken. Iemand uit het huis geeft me een lift, wel fijn met die regen.
In het ziekenhuis loop ik van hot naar her en weer terug voordat ik haar gevonden heb. Eén van de verpleegsters maakt haar wakker voor me (!) en ik mag even naar binnen. Ach, de lieverd, daar ligt ze nou. Ogen dicht. Ik praat zacht tegen haar en aai voorzichtig over haar hand. Een lichte trilling in de oogleden, dat is alles. Ze ligt er rustig bij gelukkig. En ik besluit maar weg te gaan.
Ben ik tóch even op bezoek geweest.
origineel 16 juni 2016
Soms is er even zo'n momentje
Ik lees het verhaal: ‘Waarom de mensen zoveel van
muziek houden’ voor uit het boekje Muzikale vertellingen. (ISBN 90.73207.31.2)
Een mooi verhaal met een mooi einde.
‘De mensen houden zoveel van muziek op
grond van de stilte die volgt nadat de
laatste toon heeft geklonken. Het is de muziek die de mensen op hun levensweg
begeleidt, zij geeft hun de moed dwars door alle tegenslagen en ellende heen
door te zetten en herinnert hun steeds weer aan hun uiteindelijke bestemming.’
Gevolgd door:
‘De oude wijze en de jonge zoeker die ten slotte had gevonden wat hij
zocht, zaten lange tijd zwijgend in de zoele avond bijeen. Om hen heen heerste
een vredige stilte die slechts heel af en toe werd doorbroken door het suizen
van de wind in de pijnbomen, de verdwaalde schreeuw van een vogel, de val van
een steen en in de verte het ruisen van een beekje dat de stilte niet verbrak,
maar slechts verdiepte.’
Naar aanleiding hiervan hadden we het over de stilte
waar mensen vandaan komen en weer heen gaan. Mevrouw was aan het denken
hierover; het idee van stilte vond ze heel mooi en ze maakte een opmerking over
hoe anders het leven op dit moment is met mensen die elkaar naar het leven
staan.
Zo filosofeerden we over het leven, terwijl deze stoere vrouw eerst met rust gelaten wilde worden. Ze wilde niet voorgelezen worden, maar op een gegeven moment begon ik toch voorzichtig en ze werd langzaam rustiger.
Zo filosofeerden we over het leven, terwijl deze stoere vrouw eerst met rust gelaten wilde worden. Ze wilde niet voorgelezen worden, maar op een gegeven moment begon ik toch voorzichtig en ze werd langzaam rustiger.
Toen kwam een verzorgster langs om het bed op te maken
en de haast magische sfeer van het moment was verbroken. Nadat de verzorgster vertrok las
ik bovenstaand stukje opnieuw. Ik vroeg haar waar we als mens naar toe gaan.
‘Nou,
naar de stilte.’
‘Wat
denkt u, als mensen dood gaan, gaat het leven dan gewoon door?’
‘Ik
weet het niet, maar het zou best kunnen.’
Aan het einde bedankte ze me voor de rust, de stilte. Ik bedankte
haar ook voor de mooie ochtend. Toen ik afscheid nam, zei ze opeens nog:
‘Nou,
we hebben iets heel moois gekregen. Ik heb het leven even teruggekregen.’
origineel 9 juni 2016
De nieuwe eerste keer
Toch valt het me ook zwaar om na een overlijden weer opnieuw kennis te maken, af te tasten, in te schatten wat aanslaat en wat niet. Komt ons gevoel voor humor overeen? Krijg ik enige reactie of niet?
Vandaag was het weer een eerste keer.
Het weer werkte mee, dat scheelt.
We gingen lekker naar buiten, de omgeving van het huis is prachtig, de rolstoel was af en toe wel zwaar, maar het was prachtig om mevrouw te zien genieten.
Ik ga er weer voor...
origineel 19 mei 2016
Terugblik
Vrijdag de dertiende (!) werd ik gebeld dat u een afschuwelijke val had gemaakt. Gebroken been, gezicht kapot, onder de blauwe plekken. Ik zou u waarschijnlijk niet meer zien, werd me verteld.
Gisteren, op mijn verjaardag, heb ik nog even kort afscheid van u kunnen nemen. U leek al half vertrokken, zo alleen liggend in de verduisterde kamer. Ik had met u te doen en hoopte dat het niet te lang meer zou duren.
Vanochtend ontving ik een mail van uw zoon. Het is voorbij, u heeft nu rust.
Impressie van een prille, drie maanden durende vriendschap:
Tussen
de regels door zie ik dat het allemaal niet meer zo hoeft van haar.
Ze mist haar man en ze zit maar te zitten. Ze
is heel lief en klaagt niet ofzo, ze geniet van eten;
'Ik
ben een zoetekouw,'
en ze neemt nog een stuk chocolade. Ze vindt
bezoek wel gezellig maar niet te lang, denk ik.
'Nou
nou, zo vroeg op de dag al bezoek,' alsof ze erg wordt verwend.
Met
voorlezen zegt ze midden in een verhaal, ook als het zielig is:
'Ja,
leuk.'
Het
is ook een stuk stervensbegeleiding . Ze is 95 meen ik. Ik toets
voorzichtig hoe ze over de dood denkt en over leven na de dood en of
ze haar man terug zal zien. Ze haalt haar schouders op en zegt:
'Ik
weet het niet.'
Of
ze zegt:
'Nog
één, twee en dan uit.'
Wanneer
ik vraag of ze het erg vindt dat het dan uit is zegt ze dat ze het
niet weet. Dan sluit ze haar ogen weer. Er is heel veel dat ze niet
weet. Dat klopt natuurlijk ook met dementie/ Alzheimer.
___________________________
Via
Marktplaats heb ik een boekje gekocht dat zij heeft geschreven en de
foto's hierin zijn van haar zoon. Benieuwd hoe, en óf, ze daar op reageert.
Dit is zó
ontroerend.
'Mijn
hele leven trekt aan me voorbij,' verzuchte ze.
Ze was
ongelooflijk blij en enthousiast om haar eigen boekje te zien.
Precies
wat ik hoopte, en nog veel meer, was haar reactie. De steken, het
tapijt van Bayeux; het roept allemaal herinneringen op.
Ik las
haar de inleiding voor en de hele tijd bleef ze er bij.
Heerlijk
om te zien hoe ze weer helemaal zichzelf herinnerde. Prachtig
Typisch
dat ze 'scheuren en pleuren' leest waar er 'scheuren en plakken'
staat. Ze kan er zelf om lachen wanneer ik zeg dat ik denk dat er
'scheuren en plakken' staat. Ze kijkt me aan en lacht om zichzelf.
'Ja,
dat denk ik eigenlijk ook wel.'
Ik wil het boekje zelf graag houden en besluit om er nog één te kopen voor haar.
______________________________________
Een week later:
'Goedemorgen,
hoe gaat het met u?'
'Ja,
wel goed. Wonderlijk eigenlijk hè.'
Ze
moet er zelf om lachen.
Ik
geef haar haar cadeautje, haar eigen boek.
'Nou,
wat leuk zeg. Dat is ook toevallig, daar heb ik net met iemand vorige
week over gepraat.' (Ja, duh...!)
Op
een gegeven moment wordt ze steeds stiller en als ik iets vraag
krijg ik geen antwoord meer. Ik vraag dus niets meer. Ze is heel ver
weg in het verleden. Mooie
zin van mevrouw wanneer ze een tijdje in gedachten in
haar boekje kijkt:
'Ik
was heel erg onder de indruk van het zelf, het wezen.'
Ze
is heel erg blij met het terugzien van haar eigen boekje. Het is geweldig om te zien.
'Dat
heb ik gemaakt toen ik een jaar of tien was.'
'Oh
ik dacht dat u al kinderen had toen u dit maakte.'
Ze
kijkt m me meewarig aan, je ziet haar denken; vreemd mens.
Als
ik die ochtend wegga zegt ze:
'Ik
ben er heel erg blij mee, zeg dat maar tegen ze.'
'Wat
fijn dat u er zo blij mee bent.'
Ze
heeft voor het eerst kleur op haar wangen. Heerlijk.
__________________________________
en over onze hernieuwde kennismaking:
Toen ik binnenkwam vroeg ik of ze wist wie ik was en dat wist ze niet. Toen gaf ik haar een hand en zei:
'Ik ben Saskia.'
'Haha, dat weet ik toch.'
Rust zacht lieverd.
origineel 21 april 2016
Liefdevolle impressie
Houtsnijwerk van zwager Mustapha |
Ze
heeft koude handen en het wordt een gewoonte dat ik haar handen even
warm met mijn handen.
'Ik
denk dat uw handen ook warm worden als u dit olifantje in uw handen
houdt.'
Ze beaamt dit. Ze houdt erg van het olifantje dat ik een paar weken terug voor haar meenam en ik vraag haar welke naam ze mooi vindt voor hem.
Ze beaamt dit. Ze houdt erg van het olifantje dat ik een paar weken terug voor haar meenam en ik vraag haar welke naam ze mooi vindt voor hem.
'Ik
vind Willem wel mooi.'
'Willem?
Dan noemen we hem Willem.'
Ik
heb een dikke stift bij me en vraag haar of ze het goed vindt dat ik
zijn naam op zijn rug schrijf. Ze kiest een mooi plekje uit en ik
schrijf 'Willem' op zijn rug. Nu hoeven we zijn naam niet te
onthouden (…).
Voordat
ik wegga pak ik Willem even in mijn handen en blaas warme lucht erin.
'Kijk,
zo wordt Willem nog warmer.'
Ik
leg Willem in haar handen en zachtjes blaast ze er op.
'Nou
hoeft u nooit meer koude handen te hebben, want u kunt altijd Willem
pakken.'
Ik
zeg haar gedag met een kus op haar voorhoofd. Wanneer ik nog even
omkijk heeft ze Willem in haar gesloten handen en met haar ogen
dicht zit ze te genieten...
Tot
volgende week.
origineel 4 maart 2016
Daar gaan we weer
Gisteren liep ik weer via hetzelfde zandpad, waar ik tot voor kort elke week liep. Tot half januari jl. Toen hield het op. We moesten afscheid nemen en daarna had ik behoefte aan een pauze.
Gisteren ging ik voor het eerst naar een nieuw contact in het Rosa Spier Huis. Van harte, dat absoluut, anders zou ik het niet doen. Maar het koste me meer moeite dan ik had verwacht. Weer helemaal van voren af aan beginnen; kennismaken, aftasten, uitproberen wat goed valt en wat helemaal niet valt. Ik ben deze week niet helemaal fit, er zit een vervelende kou in mijn lijf. Ik adem moeizaam en vanochtend doet mijn hoofd pijn, alsof er sneeuw komt. Wie weet. Ik ben ruim een uur gebleven, toen was haar energie op.
Wanneer ik haar vraag of ze goed slaapt, kijkt ze me een tijdje zwijgend aan en zegt dan:
' Vaak als ik wakker word 's nachts, dan roep ik de naam van mijn man, dan vergeet ik dat hij er niet is.'
' Heeft u het idee dat hij u hoort, en dat hij dan komt?'
Ze is nog even stil en kijkt me recht in mijn ogen.
'Ik denk het niet, ik denk niet dat hij komt.'
'En in uw verbeelding? Komt hij in uw verbeelding?'
Stralend nu:
'Jaha, in mijn verbeelding komt hij wel naar me toe.'
' Oh dat is fijn, dan zijn jullie toch een beetje samen.'
Een gelukzalig glimlachje blijft even hangen rond haar mond, en haar ogen kijken ver naar binnen.
En ik ben verloren...
Natuurlijk ga ik volgende week weer naar haar toe, Ze zei dat ze het goed vond als ik vaker kom.
Ik bof maar.
Abonneren op:
Posts (Atom)