U mag me helemaal wel uitkleden...
Een voor een komen de collega's met wie ik wekelijks loop binnendruppelen en we bespreken de mogelijkheden. De liften kunnen we niet gebruiken dus we kunnen niet met mensen van onze vaste afdeling lopen, en we besluiten deze keer mensen van beneden mee naar buiten te nemen. Zo gezegd, zo gedaan. Nou ja, het duurt altijd wel even voordat iedereen klaar is, jassen aan, rolstoelen gecheckt, ja deze heeft nog voetsteuntjes, deze ook. Oh sh*t, deze heeft een zachte band. etc. Maar goed, we zijn klaar en beginnen hoopvol aan ons avontuur wanneer plotsklaps de hemel openbreekt.
Stroomstoring én een wolkbreuk.
En nu? Terugbrengen naar de afdeling is ook zo'n afknapper. We besluiten dan maar eerst een kopje koffie te doen, en we rijden met de rolstoelen naar het café-gedeelte te gaan.
'Mag ik uw jas even losmaken?', vraag ik aan de heer die mij is toegewezen. Een alleraardigste man die zijn hele leven postbode is geweest. Hij vindt het best, hij kijkt me aan en zegt onverwacht:
'U bent een engel!'
Nou, dat hoor ik niet dagelijks, en ik raak als bedankje zijn hand even aan.
'Mag ik uw jas ook even losmaken?', vraag ik aan zijn buurman. De man kijkt me donker aan en knikt ja. Zo gauw ik aanstalten maak om zijn rits los te maken, slaat hij woest in het rond.... Okee, dan niet. Omdat ik vermoed dat hij geen vrouw aan zijn lijf wil, vraag ik een mannelijke collega om hulp, maar ook hij wordt wild weggeslagen. Daarop vraag ik hem vriendelijk of hij zelf zijn jas even los wil maken. Ja, dat is goed.
Zeker bij nieuwe mensen duurt het even voordat je de gebruiksaanwijzingen kent...Later is hij ook geïrriteerd als we suiker in zijn koffie doen, het koekje dat we niet mogen uitpakken stopt hij met papier en al in zijn mond...en ondertussen kijkt de postbode vriendelijk toe hoe we bezig zijn, hij leidt de man af met vriendelijke verhalen en uiteindelijk drinkt de man zijn koffie op. De vriendelijke postbode zit te popelen om naar buiten te gaan: 'Regent het nog?', vraagt hij om de paar minuten.
We hebben niet veel tijd meer over wanneer we eindelijk naar buiten gaan en een van de collega's bedenkt een korte, alternatieve route. Het is heerlijk om toch even buiten te zijn. De postbode aan wie ik ben toegewezen geniet volop en ikzelf trouwens ook. Ik geniet van deze ochtenden, en het duwen van de rolstoelen tegen een omhooglopende weg op, is nog gratis fitness ook. Wat wil je nog meer. Maar serieus, ik heb niet vaak zulk betekenisvol werk gedaan.
Na het korte tochtje gaan we weer naar binnen en brengen iedereen terug naar de eigen afdelingen, waar het eten al bijna klaar staat. Ik vraag nogmaals of ik de ex-postbode zijn jas mag uittrekken. Dat mag, en dan kijkt hij me schalks aan en zegt: 'U mag me helemaal wel uitkleden....'. We lachen allebei en ik breng hem naar de eettafel. Wanneer ik terugloop bedenk ik me dat veel mensen hier nauwelijks meer worden aangeraakt, geknuffeld, of bijvoorbeeld worden uitgekleed door een geliefde...
Het is zo eenvoudig wat we doen, maar in het leven van deze mensen maak je een verschil...eventjes. Zeker voor mensen die nauwelijks familie hebben en/ of bezoek krijgen. Een hond wordt iedere dag uitgelaten en veel mensen in een tehuis gaan maar eens in de paar weken naar buiten. Dat is toch niet normaal?
* Werk? Je werkt toch niet!
Ik vind van wel...
Ja, maar jij werkt vrijwillig....
Oh, jij wordt gedwongen?
Nee, maar ik word ervoor betaald.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten